Verzorging


Voeding
Talloze konijnenliefhebbers hebben reeds ondervonden, dat het houden en fokken van konijnen meer moeilijkheden oplevert dan zij aanvankelijk dachten. Vaak trad er een grote sterfte op, vooral onder de jonge dieren. Vaak was dit het gevolg van spijsverteringsstoornissen, ontstaan door ondeskundige voeding, verzorging en huisvesting. Het konijn is namelijk zeer gevoelig voor plotselinge voedselveranderingen en het verstrekken van bedorven, gebroeid of beschimmeld voer. Nat gras en vochtrijk groenvoer bijvoorbeeld leiden makkelijk tot spijsverteringsstoornissen. Als de vooral jonge dieren dit overmatig krijgen kan men te maken krijgen met coccidiose. De dieren hebben dikke buikjes, zijn mager op de rug en hebben diarree. Velen geven hun konijn bij gebrek aan kennis maar gewoon wat konijnenkorrels. Voor een keer is dat niet erg, maar elke dag bruine bonen is ook niet alles. Bij de volwassen dieren mond overmatig gebruik ervan vaak tot (te) vette dieren. Daarom is het verstandig om uw konijn èn hooi èn krachtvoer en eventueel wat konijngeschikte onkruiden te voeren en natuurlijk vers drinkwater. Ook is het belangrijk de uitwerpselen van de dieren in de gaten te houden. De keutels van een konijn moeten stevig en rond zijn. Verder is belangrijk om de eetlust van uw konijn goed in de gaten te houden en dat het dier bij uw komst levendig is. Als het stil in een hoekje in elkaar blijft zitten wijst dit erop dat het dier niet in orde is. Het beste voor konijnen is om kleine hoeveelheden van verschillend groenvoer tegelijk te geven. De wilde konijnen in de natuur eten ook heel gevarieerd en overal een klein beetje van.

Enkele voorbeelden van goed groenvoer;

  • Groente; Andijvie, Broccolie, Venkel, (knol) selderij, Koolrabi, Wortelen met loof, Loof van radijs, Peterselie, Bloemkool (kleine hoeveelheid), Boerenkool ('s winters)
  • Kruiden en planten; Weegbree, Herderstasje, Paardenbloem, Dovenetel, Brandnetel (1 dag drogen), Pijpenkruid, Absintalsem etc.

Belangrijk is dat een konijn genoeg vezels binnen krijgt. Daarom moeten korrels of groenvoer altijd aangevuld worden met hooi of (droog) gras. Zonder vezels kan het dier diarree of dikkebuikenziekte krijgen. Schakel nooit plotseling over van grasvoeding op loofvoeding. Dit is, zoals elke voedselverandering bij konijnen, zeer slecht. Geef altijd een gemengd rantsoen, waardoor een geleidelijke verschuiving (overgang) naar een ander voersoort mogelijk is. Ook bladeren en boomtakken kunnen aan konijnen worden gevoerd.

Enkele voorbeelden van bladeren en boomtakken (altijd de eenjarige jonge scheuten) zijn;

Linde, Berk, Haagbeuk, Paardenkastanje, Ratelpopulier, Moerbeiboom, Lijsterbes, Hazelnoot, Framboos, Braam, Vlier, Druif, Kers, Appel, Peer en Wilg kunnen worden gevoerd.Het blad van framboos, braam en vooral hazelaar en kers is erg gezond.

Wat niet mag worden gevoerd; Pruim- en Perziktakken en bladeren (deze bevatten giftige stoffen) en wilgentakken aan zogende voedsters , aangezien dit slecht is voor de melkgift.

Oren:
Het gehoor is het belangrijkste zintuig van een konijn. Het is dus belangrijk dat men daarom regelmatig de oren controleert. Zijn deze vies dienen de oren schoongemaakt te worden met oorreiniger of babyolie. Oorschurft komt niet zo vaak voor, maar omdat in lange, diepe oren makkelijk stof en vuil wegzakt en ophoopt, kan dit een prima broedplaats zijn voor oormijten die oorschurft veroorzaken. Oorschurft is te herkennen aan de bruine plekjes aan de binnen-kant van het oor.
 

Gebit:
Gewoonlijk zien we zelden afwijking in het gebit, maar met de snijtanden kan dat nog wel eens het geval zijn. De belangrijkste oorzaak daarvan is het niet goed ingeplant staan van de snijtanden. Deze schuren dan niet langs elkaar heen waardoor ze niet afslijten, maar door groeien. Het konijn kan hierdoor nauwelijks vast voedsel opnemen en snel vermageren. De dierenarts kan de tanden, door ze regelmatig te knippen, op de juiste lengte houden.

Nagels:
Ook de nagels van een konijn groeien alsmaar door. Als deze te lang worden kan het dier moeilijk staan op een harde ondergrond en als we de nagels verwaarlozen kunnen zelfs de tenen krom groeien. Met een nageltang kunnen we de nagels inkorten. Pas echter wel op dat men niet in het bloedvat knipt dat in de nagel loopt. Dit is voor het konijn erg pijnlijk.